bn. (-er, -st), niet in staat tot iets : laster is door u te baat genomen, waar u blijkt dat overreding onvermogend is; geheel onbemiddeld, arm: een weldoener der armen, een helper van onvermogende vrienden;
— school voor onvermogenden, waar weinig of geen schoolgeld wordt. geheven, armenschool. ONVERMOGENDHEID, v.