Gepubliceerd op 24-02-2020

Harig

betekenis & definitie

Het begrip harig heeft 2 verschillende betekenissen:

1. harig - HARIG, bn. (-er, -st), met haren bezet, ruig harige handen; eene harige bloem;
draderig: harige peen, knollen. HARIGHEID, v. ruigheid, ruigte, draderigheid.

2. harig - HARIG, bn. (-er, -st), (gew.) dampig, mistig, met scherpen damp of nevel vervuld wat is de lucht harig;
— eene harige zon, niet duidelijk zichtbaar, bij heiig weer;
— ruw, ruig, ten gevolge van droogte of verkoudheid harige lippen, mijne keel is harig. HARIGHEID, v. het harig zijn van de lucht.

< >