Gepubliceerd op 24-02-2020

Gul

betekenis & definitie

Het begrip gul heeft 2 verschillende betekenissen:

1. gul - GUL, bn. bw. (-Ier, -st), (gew.) bol: een gulle wind; zacht, murw, los in het gulle zand loopen, het mulle zand;
zonder toevoeging, enkel: gullen wijn drinken, wijn drinken zonder er iets bij te eten;
— onder de gulle zon, in de barre zon;
— slap, vloeibaar gulle boter; gulle brij, dunne pap;
— (van personen) zachtaardig, goedig, vrijgevig, mild hij is gul van aard; gul zijn met iets; een gulle gastheer, die gastvrij ontvangt; laten wij onzen gastheer danken voor zijn gul onthaal;
— gulle tafelvreugd, ongedwongen vroolijkheid bij een maaltijd; er heerschte een gulle toon, een hartelijke toon;
— een gulle lach, een goedmoedige, hartelijke, ronde lach;
— ongeveinsd, ongedwongen een gul gejuich; gulle scherts; gulle vriendschap;
— hartelijk, welgemeend een gulle loensch;
— zijne gulle bekentenis deed mij goed, ongevraagd zonder eenige achterhoudendheid gedaan;
— bw. op gulle wijze hij ontving mij gul;
— gul aangeboden, gul aangenomen, gezegd als men een van harte gemeend aanbod zonder bedenken aanneemt;
— ronduit: ik moet gul bekennen, dat ik me vergist heb.

2. gul - GUL, v. (-len), kleine kabeljauw, ook gulk en gulletje geheeten.

< >