Murw bn. (-er, -st), zacht, week, niet hard, niet vast: een stokvisch murw beuken; iem. murw slaan, geducht afrossen;
— die peer wordt murw; het vleesch murw maken.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: