Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie V
- VERBEURDVERKLAREN
- VERBEUREN
- VERBEURTE
- VERBEURTEN
- VERBEUS
- VERBEUZELEN
- VERBIDDEN
- VERBIEDELIJK
- VERBIEDEN
- VERBIEDEND
- VERBIJSTERD
- VERBIJSTEREN
- VERBIJTEN
- VERBILJARTEN
- VERBILLEN
- VERBINDEN
- VERBINDEND
- VERBINDINGSAKKOORD
- VERBINTENIS
- VERBITTERD
- VERBITTEREN
- VERBLAZEN
- VERBLEEKEN
- VERBLIJD
- VERBLIJDEN
- VERBLIJDEND
- VERBLIJF
- VERBLIJFKOSTEN
- VERBLIJVEN
- VERBLIKKEN
- VERBLIND
- VERBLINDEN
- VERBLINDHEID
- VERBLOEDEN
- VERBLOEMD
- VERBLOEMEN
- VERBLOEMER
- VERBLUFFEN
- VERBLUFFEND
- VERBLUFFER
- VERBLUFT
- VERBOD
- VERBODEMEN
- VERBODSBEPALING
- VERBOEKEN
- VERBOEREN
- VERBOERTEN
- VERBOETEN
- VERBOLGEN
- VERBOND
- VERBONDEN
- VERBONDSARK
- VERBONDSBEKER
- VERBONDSEED
- VERBOOGEN
- VERBOORDEN
- VERBORGEN
- VERBOUW
- VERBOUWEN
- VERBOUWEREERD
- VERBOUWEREEREN
- VERBRABBELEN
- VERBRADEN
- VERBRANDBAAR
- VERBRANDEN
- VERBRANDER
- VERBRANDHEID
- VERBRANDINGSGAS
- VERBRASSEN
- VERBRASSER
- VERBREEDEN
- VERBREEDINGSSTUK
- VERBREEDSEL
- VERBREEKBAAR
- VERBREIDEN
- VERBREIDER
- VERBREIDINGSKRING
- VERBREIEN
- VERBREKEN
- VERBREKER
- VERBREKINGSHOF
- VERBRIJZELAAR
- VERBRIJZELEN
- VERBRODDELEN
- VERBRODDEN
- VERBRODDER
- VERBROEDEREN
- VERBROEDERINGSFEEST
- VERBROEIEN
- VERBROKKELEN
- VERBROUWEN
- VERBRUID
- VERBRUIEN
- VERBRUIK
- VERBRUIKEN
- VERBRUIKER
- VERBRUIKLEEN
- VERBRUIKSARTIKELEN
- VERBUIGBAAR
- VERBUIGEN
