Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie P
- Pappleister
- Papsel
- Paptaart
- Papyrograaf
- Papyrographie
- Papyrolien
- Papyrus
- Papzak
- Para
- Paraaf
- Paraat
- Parabel
- Parabolisch
- Paraboliseeren
- Paraboloïde
- Parabool
- Paracentrisch
- Parachromasia
- Parachronisme
- Parachute
- Paracleet
- Parade
- Paradebed
- Paradeeren
- Paradeerlijn
- Paradekleed
- Paradigma
- Paradijs
- Paradijsachtig
- Paradijsappel
- Paradijshop
- Paradijshout
- Paradijsvisch
- Paradijsvogel
- Paradijsweeuwtje
- Paradijszaad
- Parados
- Paradox
- Paradoxaal
- Paradoxie
- Parafeeren
- Paraffine
- Paraffine-industrie
- Paraffinebad
- Paraffineeren
- Paraffinezalf
- Paragoge
- Paragogisch
- Paragon
- Paragondraad
- Paragoniet
- Paragraaf
- Paragrafeeren
- Paragram
- Paragraphie
- Paragummi
- Paralipomena
- Paralipsis
- Parallactisch
- Parallatisch
- Parallax
- Parallel
- Parallelcirkel
- Parallelepipedum
- Parallelklas
- Parallelnervig
- Parallelograaf
- Parallelogram
- Parallelplaats
- Paralogie
- Paralogiseeren
- Paralogisme
- Paralyseeren
- Paralysie
- Paralytisch
- Paramagnetisch
- Paramat
- Parament
- Parameter
- Paramnesie
- Paranese
- Parang
- Paranimf
- Paranoten
- Parapet
- Paraphrase
- Paraphraseeren
- Paraphrast
- Paraplubak
- Parapluie
- Pararubber
- Paraschildklieren
- Parasiet
- Parasietendrager
- Parasietisch
- Parasietkegel
- Parasitair
- Parasiteeren
- Parasitisme
- Parasol
