Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie K
- Koepelberg
- Koepeloven
- Koepelraam
- Koepelvormig
- Koepok
- Koepokinenting
- Koepost
- Koereiger
- Koereihen
- Koeren
- Koergast
- Koerhuis
- Koerier
- Koers
- Koersabel
- Koersbericht
- Koerseeren
- Koersen
- Koerslijst
- Koerzaal
- Koes
- Koeskoes
- Koeskoesen
- Koest
- Koesteraar
- Koesteren
- Koestijl
- Koet
- Koetarwe
- Koeteraar
- Koeteren
- Koetertaal
- Koeterwaal
- Koeterwaalsch
- Koeterwalen
- Koets
- Koetsbak
- Koetseboordje
- Koetsen
- Koetsenmaker
- Koetser
- Koetsglas
- Koetsier
- Koetsierslivrei
- Koetspaard
- Koevinkje
- Koevoet
- Koevogel
- Koewachtertje
- Kof
- Koffer
- Kofferdeksel
- Kofferen
- Kofferketel
- Koffertorie
- Koffervisch
- Koffie
- Koffieachtig
- Koffiebaal
- Koffieboom
- Koffieboon
- Koffiebruin
- Koffiebuik
- Koffiehuis
- Koffiehuishouder
- Koffieijs
- Koffiekleur
- Koffiekommetje
- Koffiemakelaar
- Koffiepakhuis
- Koffieschenker
- Koffietafel
- Koffieveiling
- Kofschip
- Kog
- Kogel
- Kogel vlucht
- Kogelaandrijver
- Kogelbloem
- Kogeldiertjes
- Kogelen
- Kogelflesch
- Kogelgieter
- Kogelkruid
- Kogelkruis
- Kogelleger
- Kogelregen
- Kogelrond
- Kogelstapel
- Kogelvisch
- Kogelvormig
- Kogelwagen
- Kogge
- Koh-i-noor
- Kohier
- Kohort
- Kojan
- Kok
- Kokage
- Kokarde
