BRUI, m. (veroud.) slag, stoot;
— (fig.) ik geef er den brui van, ik bekommer er mij niet om;
— daar hebt gij al den brui, daar is de heele rommel.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: