aansmeren

betekenis & definitie

Aansmeren - (smeerde aan, heeft aangesmeerd), eene kleverige stof aan een voorwerp doen hechten; - de pannen of het dak aansmeren, de los liggende pannen door het tusschenin smeren van kalk aaneenhechten; - eenen muur aansmeren, grof met kalk bestrijken; het beschadigde of ontbrekende aanvullen en zoo herstellen; (fig.) iem. iets aansmeren, op bedriegelijke wijze verkoopen; - iem. iets duur aansmeren, veel te duur verkoopen; bedriegen; voortmaken met smeren. AANSMERING, v. (-en).