Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Rector

betekenis & definitie

(Lat.), m. (-en, -es),

1. bestuurder, directeur van een gymnasium, lyceum of Latijnse school ;
2. voorzitter van een academisch bestuur ; — voorzitter van een studentencorps ; — rector magnificus, (mv. rectores magnifici), voorzitter van de academische senaat ;
3. (R.-K.) geestelijk leider van een klooster of gesticht ; hoofd van een niet-parochiale kerk.

< >