Wat is de betekenis van rector?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rector

(Lat.), m. (-en, -es), 1. bestuurder, directeur van een gymnasium, lyceum of Latijnse school ; 2. voorzitter van een academisch bestuur ; — voorzitter van een studentencorps ; — rector magnificus, (mv. rectores magnifici), voorzitter van de academische senaat ; 3. (R.-K.) geestelijk leider van een klooster of gesticht ; hoofd van een n...

2025-07-17
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

rector

rector - zelfstandig naamwoord uitspraak: rec-tor 1. iemand die de leiding heeft op een school voor voortgezet onderwijs ♢ de lastige leerling moest bij de rector komen Zelfstandig naamwoord: rec-tor de rector...

2025-07-17
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Rector

[Lat., van regere, rectum = richten, regeren] bestuurder, hoofd van gymnasium of lyceum; geestelijk leidsman (bijv. van gesticht, inrichting), hoofd van niet-parochiële kerk; rector magnificus, voorzitter van het college van decanen van een universiteit.

2025-07-17
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Rector

(rektor) directeur van een VWO-school; voorzitter van een academische raad; geestelijk leider van een klooster

2025-07-17
Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Rector

(= bestuurder), het hoofd van een niet-parochieele kerk (rectoraatskerk), meestal in gestichten en inrichtingen van onderwijs; ook in de zielzorg werkzaam. In dat geval is hij voor verschillende aangelegenheden afhankelijk van den → pastoor der → moederkerk.

2025-07-17
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Rector

directeur van een gymnasium; voorzitter van een studentenvereniging ; hoofd van een geestelijke instelling; rector magnificus : voorzitter van de academische senaat

2025-07-17
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

RECTOR

(Lat., leider) is een priester, aangesteld over een kapel, die geen kapittel- of parochiekerk is. Verder wordt in sommige kloosters de overste van een huis rector genoemd. Rector is voorts de naam van hoofden van seminaries, gymnasia en andere onderwijsinstituten; rector magnificus is de titel van de jaarlijks benoemde voorzitter van een academisch...

2025-07-17
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

rector

1. predikant, dominee, pastoor [v. parochie]. 2. rector [v. gymnasium of hogeschool in Schotland, Nederland Frankrijk].

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-17
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Rectŏr

ōris, m. bestuurder, leider, regeerder, navis, stuurman, Cic., elephanti, kornak, Liv., equi, ruiter, Tac. | overdr., rector et gubernator civitatis, Cic., r. rei publicae (van een dictator), Liv.; van godheden, = beheerser, Olympi of superum of deum, van Juppiter, Ov., maris, va...