(plofte om, heeft en is omgeploft),
1. (onoverg.) met een plof omvervallen, plotseling omstorten: met een dof geraas ploffen de muren om;
2. (overg.) met geweld omverwerpen: hij greep hem woest aan, zodat hij hem pardoes omplofte.
Gepubliceerd op 01-01-2021
betekenis & definitie
(plofte om, heeft en is omgeploft),
1. (onoverg.) met een plof omvervallen, plotseling omstorten: met een dof geraas ploffen de muren om;
2. (overg.) met geweld omverwerpen: hij greep hem woest aan, zodat hij hem pardoes omplofte.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: