I. (plooide om, heeft omgeplooid),
1. in plooien omvouwen: plooi die doek om;
2. (w. g.) om het lijf plooien;
3. (Zuidn.) ombuigen: plooi dat ijzer wat om.
II. (omplooide, heeft omplooid), (dicht.) plooiend omgeven, in plooien hangen om.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: