Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie V
- Vrijmaken
- Vrijmaking
- Vrijmarkt
- Vrijmetselaar
- Vrijmetselaarschap
- Vrijmetselaarsloge
- Vrijmetselarij
- Vrijmoedig
- Vrijmoedigheid
- Vrijorde
- Vrijordeteken
- Vrijplaats
- Vrijpleiten
- Vrijpostig
- Vrijpostigheid
- Vrijschaar
- Vrijschepen
- Vrijschuttertje
- Vrijspraak
- Vrijspreken
- Vrijspreking
- Vrijstaan
- Vrijstaand
- Vrijstaat
- Vrijstad
- Vrijstellen
- Vrijstelling
- Vrijster
- Vrijsterschap
- Vrijstertje
- Vrijstoel
- Vrijthof
- Vrijuit
- Vrijvaren
- Vrijvechten
- Vrijverklaren
- Vrijverklaring
- Vrijvrouw
- Vrijwaarder
- Vrijwaren
- Vrijwaring
- Vrijwel
- Vrijwiel
- Vrijwieler
- Vrijwielfiets
- Vrijwillig
- Vrijwilligerskorps
- Vrijwilligersleger
- Vrijwilligheid
- Vrijzetten
- Vrijzinnig
- Vrijzinnig-democraten
- Vrijzinnigheid’
- Vrille
- Vrind
- Vrindje
- Vroed
- Vroed.meesterpad
- Vroedgodin
- Vroedkunde
- Vroedkundig
- Vroedkundige
- Vroedmeester
- Vroedschap
- Vroedschapslid
- Vroedschapsvergadering
- Vroedvrouw
- Vroedvrouwenschool
- Vroeg
- Vroegbeurt
- Vroegbloem
- Vroegdienst
- Vroegeling
- Vroeger
- Vroegertje
- Vroegkerk
- Vroegmetten
- Vroegpreek
- Vroegrijp
- Vroegrijpheid
- Vroegrit
- Vroegte
- Vroegtijdig
- Vroegtijdigheid
- Vrolijk
- Vrolijkheid
- Vrome
- Vromelijk
- Vromigheid
- Vrommes
- Vroom
- Vroomheid
- Vroon
- Vroondienst
- Vroonhof
- Vroonland
- Vroonwater
- Vrouw
- Vrouwachtig
- Vrouwachtigheid