bn. bw. (-er, -st),
1. tot vrijheid gezind; vooruitstrevend, liberaal: de vrijzinnige partij;
2. vrijheid van mening voorstaand, ondogmatisch; in ’t bijz. met betr. tot de godsdienst: vrijzinnige opvattingen ; het vrijzinnig Protestantisme ; —zelfst.: de vrijzinnigen ; bw. : vrijzinnig denken.