Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie T
- Tandvlak
- Tandvlecht
- Tandvlechting
- Tandvlees
- Tandvorm
- Tandvormig
- Tandvorming
- Tandvulling
- Tandwalvis
- Tandwater
- Tandwerk
- Tandwiel
- Tandwisseling
- Tandwolf
- Tandwortel
- Tandzaad
- Tandzaag
- Tandzeep
- Tandzeer
- Tandzenuw
- Tandziekte
- Tandzweer
- Tanen
- Tang
- Tangarm
- Tangconstructie
- Tangelen
- Tangens
- Tangent
- Tangentbord
- Tangentenboussole
- Tangentenhoek
- Tangentenoppervlak
- Tangentenwikkel
- Tangentiaal
- Tangentieel
- Tangentmaker
- Tangentometer
- Tangentpunt
- Tangentwerk
- Tangere ulcus of vulnus
- Tangetje
- Tangette
- Tanggebit
- Tango
- Tangodans
- Tangomuziek
- Tangoorkest
- Tangring
- Tangsi
- Tangverlossing
- Tangvorm
- Tani
- Tanig
- Taning
- Tank
- Tankaanval
- Tankafdeling
- Tankauto
- Tankboot
- Tankcolonne
- Tankcommandant
- Tanken
- Tanker
- Tankgracht
- Tankinhoud
- Tankinrichting
- Tankinstallatie
- Tanklichter
- Tankmijn
- Tankprijs
- Tankschip
- Tankstation
- Tankval
- Tankwagen
- Tannalbine
- Tannine
- Tannoform
- Tant bien que mal
- Tant de bruit pour une omelette (au lard)
- Tant de fiel entre-t-il dans l’âme des dévots?
- Tant mieux
- Tant pis!
- Tant que les hommes pourront mourir
- Tant soi peu
- Tanta lus
- Tanta malorum impendet llias
- Tantae moiis erat romanam condere gentem
- Tantaene animis caelestibus irae ?
- Tantaliden
- Tantalisatie
- Tantalisch
- Tantaliseren
- Tantalisering
- Tantalium
- Tantaliumlamp
- Tantalus
- Tantalusbeker
- Tantaluskwelling
- Tante
