Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Tangens

betekenis & definitie

(Lat.), v. (tangen'ten),

1. (meetk., veroud.) raaklijn;
2. segment van de raaklijn aan een cirkel., gelegen tussen de twee benen van een hoek in het middelpunt, waarvan het ene been de straal van het raakpunt is;
3. (goniometrie) de tangens van een hoek, de verhouding tussen de projecterende loodlijn en de projectie van het ene been van de hoek op het andere.

< >