Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie T
- Terugwijking
- Terugwijzen
- Terugwijzing
- Terugwinnen
- Terugzeggen
- Terugzeilen
- Terugzenden
- Terugzending
- Terugzetten
- Terugzetting
- Terugzien
- Terugzwemmen
- Terwijl
- Terzelfder
- Terzet
- Terzijde
- Terzijdelating
- Terzijdestelling
- Terzine
- Test
- Test-case
- Testament
- Testamentair
- Testamentaris
- Testamentenregister
- Testamenteur
- Testamentje
- Testamentsvorm
- Testamentuitvoerder
- Testateur
- Testatrice
- Testen
- Testeren
- Testikel
- Testimonium
- Testis
- Testje
- Testmethode
- Testorium
- Testpiloot
- Testserum
- Tet
- Tetanie
- Tetanisch
- Tetanus
- Tetanusbacil
- Tetanusgif
- Tetanusserum
- Tête-à-tête
- Teter
- Tethys
- Tetigisti acu
- Tetra
- Tetrachloorkoolstof
- Tetraëder
- Tetraëdraal
- Tetragonaal
- Tetrahybride
- Tetraline
- Tetralogie
- Tetrarch
- Tetrarchie
- Tetrasporen
- Tetrastof
- Tets
- Tetsheid
- Tetsig
- Tetsigheid
- Tett(er)ig
- Tett(er)igheid)
- Tettemie
- Tetten
- Tetteren
- Teucer
- Teug
- Teugel
- Teugelen
- Teugelloos
- Teugelloosheid
- Teugelreep
- Teugelriem
- Teugeltje
- Teugje
- Teun, teunis
- Teunisbloem
- Teut
- Teutachtig
- Teutachtigheid
- Teutel
- Teutelaar
- Teutelen
- Teuten
- Teuter
- Teuteraar
- Teuteren
- Teuterig
- Teuterigheid
- Teuterij
- Teutig
- Teutigheid
