Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie L
- Leesdienst
- Leesdrama
- Leesfout
- Leesgezelschap
- Leesglas
- Leesgraag
- Leeshonger
- Leesinrichting
- Leesjaar
- Leeskabinet
- Leeskamer
- Leeskerk
- Leeskransje
- Leeskring
- Leeskunst
- Leeslamp
- Leesleerboek
- Leesleerwijze
- Leesles
- Leeslust
- Leesmethode
- Leesmuseum
- Leesoefening
- Leesonderwijs
- Leesportefeuille
- Leesstof
- Leesstuk
- Leest
- Leestafel
- Leesteken
- Leestempo
- Leestenhaak
- Leestenhout
- Leestenmaker
- Leestijd
- Leestje
- Leestklaar
- Leestoon
- Leestrant
- Leestrommel
- Leesuur
- Leesvertrek
- Leeswijze
- Leeswijzer
- Leeswoede
- Leeszaal
- Leeuw
- Leeuwaap
- Leeuwachtig
- Leeuwenaandeel
- Leeuwenaard
- Leeuwenbek
- Leeuwenbekachtigen
- Leeuwendaalder
- Leeuwendeel
- Leeuwenhart
- Leeuwenhok
- Leeuwenhol
- Leeuwenhuid
- Leeuwenjacht
- Leeuwenjong
- Leeuwenklauw
- Leeuwenkop
- Leeuwenkracht
- Leeuwenkuil
- Leeuwenmanen
- Leeuwenmerg
- Leeuwenmoed
- Leeuwenmuil
- Leeuwenorde
- Leeuwenstaart
- Leeuwentand
- Leeuwentemmer
- Leeuwenvaan
- Leeuwenvaandel
- Leeuwenvlag
- Leeuwenwelp
- Leeuwerik
- Leeuwerik(en)jacht
- Leeuweriksgezang
- Leeuwerikskooi
- Leeuweriksnest
- Leeuweriksnet
- Leeuwerikszang
- Leeuwhondje
- Leeuwin
- Leeuwtje
- Leewieken
- Lef
- Lefdoekje
- Lefhebber
- Lefjongen
- Lefmaker
- Leg
- Legaal
- Legaat
- Legalisatie
- Legalisatiegeld
- Legalisatiekosten
- Legaliseren
