o. (-s),
1. jonge, kleine leeuw;
2. ridderorde : hij heeft een leeuwtje gekregen;
3. insigne, speldje met een leeuw (4.);
4. leeuwhondje: een Maltezer leeuwtje.
LEEWATER,
o., ophoping van vocht in een gewricht, hetzij door inwerking van geweld, hetzij door oorzaken in het gestel; inz. als naam van een ziekte bij kalveren, veulens en jonge hoenders.