Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie L
- Legaliteit
- Legataris
- Legateren
- Legatie
- Legatiegebouw
- Legatieraad
- Legatiesecretaris
- Legato
- Legator
- Legbalk
- Legbier
- Legboor
- Legbord
- Legdag
- Legdoos
- Lege artis
- Legem brevem esse oportet, quo facilius ab imperitis teneatur
- Legen
- Legendarisch
- Legende
- Legendendichter
- Legendenschrijver
- Leger
- Legeraanvoerder
- Legerafdeling
- Legerbalk
- Legerbed
- Legerbende
- Legerbericht
- Legerbrood
- Legercommandant
- Legercommissie
- Legerdienst
- Legerdokter
- Legeren, (legaat)
- Legeren, (metaal)
- Legeren, (plaats)
- Legergoederen
- Legerhond
- Legerhoofd
- Legerhut
- Legerig
- Legering
- Legering, (metaal)
- Legeringsbalk
- Legerkamp
- Legerkampement
- Legerknecht
- Legerkorps
- Legerkost
- Legerkosten
- Legerlasten
- Legermacht
- Legerorder
- Legerorganisatie
- Legerpark
- Legerplaats
- Legerpredikant
- Legerscharen
- Legerspits
- Legerstaf
- Legerstede
- Legerstelsel
- Legersterkte
- Legerteken
- Legertent
- Legertje
- Legertocht
- Legertrein
- Legertros
- Legertucht
- Legertuig
- Legeruitrusting
- Legervaan
- Legervoorraden
- Legervraagstuk
- Legerwagen
- Legerwet
- Legerziekte
- Leges
- Leges juraque serva
- Leggeld
- Leggen
- Legger
- Leggerbalk
- Leggertje
- Leggoed
- Leghaak
- Leghen
- Leghond
- Leghorn
- Legio
- Legioen
- Legioensoldaat
- Légion d’honneur
- Legislatief
- Legislatuur
- Legist
- Legisterij
- Legitiem