Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie K
- Katbatterij
- Katbeer
- Katblok
- Katbout
- Kateel
- Kategorie
- Kateie
- Kateil
- Kateker
- Kater, mannetje van de kat
- Kater, onaangename gesteldheid
- Katerjagen
- Katerjager
- Katerlicht
- Katern
- Katerntje
- Katerplaats
- Katerstede
- Kathaak
- Kathalzen
- Katheder
- Kathedersocialisten
- Kathedraal
- Kathedraalglas
- Kathedraalstijl
- Katheten
- Katheter
- Kathode
- Kathodestralen
- Kathodoluminescentie
- Katholicisme
- Katholiek
- Katholiekendag
- Katholiekheid
- Katholiseren
- Kati, kattie
- Katijf
- Katijvig
- Katijvigheid
- Kation
- Katjang
- Katjangolie
- Katje
- Katjejagen
- Katjesdagen
- Katjesdragenden
- Katjesdrop
- Katjeskermis
- Katjesspel
- Katknuppelen
- Katl0per
- Katoen
- Katoenach tig
- Katoenafval
- Katoenbaal
- Katoenbaron
- Katoenbatist
- Katoenblekerij
- Katoenbloem
- Katoenboom
- Katoenbouw
- Katoencultuur
- Katoendiefje
- Katoendraad
- Katoendrukken
- Katoendrukker
- Katoendrukkerij
- Katoenen
- Katoenfabriek
- Katoenfabrikant
- Katoenflanel
- Katoenfluweel
- Katoengaas
- Katoengaren
- Katoengras
- Katoenhandel
- Katoenheester
- Katoenhout
- Katoenindustrie
- Katoenmarkt
- Katoennotering
- Katoenolie
- Katoenoogst
- Katoenpapier
- Katoenpit
- Katoenpittenolie
- Katoenplant
- Katoenplantage
- Katoenspinner
- Katoenspinnerij
- Katoenspinster
- Katoenstearine
- Katoenstruik
- Katoentje
- Katoenververij
- Katoenvezel
- Katoenweverij
- Katoenzaad
- Katoenzaadkoek
- Katoenzaadolie