Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie K
- Karstgrot
- Karstverschijnselen
- Karstwater
- Kartel
- Kartel (kerf)
- Kartelbeitel
- Kartelblad
- Karteldarm
- Kartelen (kerven)
- Kartelen (schiften)
- Kartelig
- Kartelig (geschift)
- Karteling
- Karteling (inkerven)
- Kartellering
- Kartelmachine
- Kartelraadje
- Kartelrand
- Kartelvorming
- Kartets
- Kartetskogel
- Kartetsvuur
- Karthuizer
- Kartoffel
- Karton
- Kartonnen
- Kartonneren
- Kartonnetje
- Kartonnring
- Kartonpapier
- Kartonschaar
- Kartonwerker
- Kartotheek
- Kartouw
- Kartuizer
- Kartuizerin
- Kartuizermonnik
- Kartuizernon
- Karveel
- Karveel, schip
- Karveelbouw
- Karveelhout
- Karveelnagel
- Karveelwerk
- Karviel
- Karvielblok
- Karvielhout
- Karvielnagel
- Karwats
- Karwei
- Karwei (slachtafval)
- Karweiganger
- Karweitje
- Karweivet
- Karwij
- Karwijolie
- Karwijrups
- Karwijzaad
- Kas
- Kas (er veel werk van maken)
- Kas (lekkend)
- Kas (mansnaam)
- Kasaantekening
- Kasbeheer
- Kasbehoeften
- Kasbescheiden
- Kasbloem
- Kasboek
- Kascommissie
- Kascontrole
- Kasdruiven
- Kasduig
- Kasgeld
- Kasglas
- Kashouder
- Kasian
- Kasje
- Kasjmir
- Kaskenade
- Kaskun
- Kasmiddelen
- Kasnotitie
- Kasopneming
- Kaspapier
- Kasplant
- Kasregister
- Kasrekening
- Kassa
- Kassaaf
- Kassaart
- Kassabon
- Kassajuffrouw
- Kassaldo
- Kassamagneet
- Kassavië
- Kassei
- Kasseien
- Kasseier
- Kasseiing
- Kasseilegger
