Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie K
- Kapotspelen
- Kappelen
- Kappeling
- Kappen
- Kappen, hoofd opmaken
- Kappen, praten
- Kappengewelf
- Kapper, advocaat
- Kapper, glas
- Kapper, haarverzorger
- Kapper, hakker
- Kapper, specerij
- Kapperkool
- Kappersaus
- Kappersbediende
- Kappersluchtje
- Kapperssalon
- Kapperswinkel
- Kapperszaak
- Kappertje
- Kappertjes
- Kappertjeskool
- Kapping
- Kappitelschool
- Kapraaf, kaprave
- Kaprecht
- Kaprijp
- Kaproen
- Kapsalon
- Kapseizen
- Kapsel, kap afval
- Kapsel, hoofdtooi
- Kapsel, omhulsel
- Kapselband
- Kapseltje
- Kapsjees
- Kapsnede
- Kapsnijder
- Kapsones
- Kapspant
- Kapspeld
- Kapspiegel
- Kapstander
- Kapster
- Kapstijl
- Kapstok
- Kapstuk
- Kaptafel
- Kaptoom
- Kapucijn
- Kapucijnaap
- Kapucijnbloem
- Kapucijne
- Kapucijnenklooster
- Kapucijnenorde
- Kapucijner
- Kapuits
- Kapvenster
- Kapverbod
- Kapwagen
- Kapwulf
- Kapzaag
- Kapzolder
- Kar
- Kar weien
- Karaak
- Karaat
- Karabijn
- Karabijnhaak
- Karabijnriem
- Karabijnschoen
- Karabijnschot
- Karabinier
- Karaf
- Karafje
- Karakol
- Karakor
- Karakter
- Karakteradel
- Karakterbeschrijving
- Karakterdans
- Karaktereigenschap
- Karakterfout
- Karakterheid
- Karakteriseren
- Karakteristiek
- Karakterkennis
- Karakterkunde
- Karakterloos
- Karakterologie
- Karakterontleding
- Karakterrol
- Karakterroman
- Karakterschets
- Karakterschildering
- Karaktersterk
- Karaktersterkte
- Karakterstudie
- Karakterstuk
- Karaktertrek
