Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie B
- Bewaarderhand
- Bewaarengel
- Bewaargeld
- Bewaargever
- Bewaargeving
- Bewaarheiden
- Bewaarhouderes
- Bewaarhouding
- Bewaarkluis
- Bewaarloon
- Bewaarmiddel
- Bewaarnemer
- Bewaarneming
- Bewaaronderwijs
- Bewaaronderwijzeres
- Bewaarplaats
- Bewaarschool
- Bewaarstelling
- Bewaasd
- Bewaken
- Bewaker
- Bewaking
- Bewakingsstelling
- Bewallen
- Bewalling
- Bewalmen
- Bewalming
- Bewandelen
- Bewandeling
- Bewangen
- Bewapenen
- Bewapening
- Bewapeningskrediet
- Bewapeningswedloop
- Bewaren
- Bewaring
- Bewasemen
- Bewassen
- Bewassen, begroeien
- Bewassen, schoonhouden
- Bewassing
- Bewateren
- Bewatering
- Beweegbaar
- Beweegbaarheid
- Beweeggrond
- Beweegkracht
- Beweeglijk
- Beweeglijkheid
- Beweegmiddel
- Beweegreden
- Beweenster
- Beweerder
- Beweerschrift
- Beweerster
- Bewegen
- Beweger
- Bewegeren
- Bewegering
- Beweging
- Bewegingloos
- Bewegingloosheid
- Bewegingmaker
- Bewegingsleer
- Bewegingslijn
- Bewegingsmechanisme
- Bewegingsoorlog
- Bewegingsorgaan
- Bewegingsverschijnsel
- Bewegingsvrijheid
- Bewegingsweerstand
- Bewegingswet
- Bewegingszenuw
- Beweiden
- Beweiding
- Beweldadigen
- Bewenen
- Bewenenswaard
- Bewener
- Bewening
- Beweren
- Bewering
- Bewerkelijk
- Bewerkelijkheid
- Bewerken
- Bewerker
- Bewerking
- Bewerkstelligen
- Bewerkstelliging
- Bewerkster
- Bewerktuigd
- Bewerktuiging
- Bewerpen
- Bewerping
- Bewesten
- Bewieroken
- Bewieroker
- Bewieroking
- Bewierookster
- Bewijs