(bijb.; eig. „de geliefde”), de herdersknaap die Goliath doodde met een steenworp en later koning van het Israëlietische volk werd ; — in verschillende spreekwijzen: toen David oud werd, maakte hij psalmen, van iem. gezegd die vroeger losbandig leefde en nu zeer vroom, kalm is ; — ’t is een man als David, had hij maar een harp, een ferme man wie ongelukkigerwijze de middelen om te helpen ontbreken; — als David zijn volk telde, verloor hij de strijd, onder het spelen moet men de winst niet berekenen, de kans kan keren; — klein Davidje, klein maar dapper.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk