Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Condensator

betekenis & definitie

(Lat.), m. (-en, -s).

1. toestel tot het opeenhopen van electriciteit bestaande uit geleiders in de vorm van bekleedsels, gescheiden door een niet geleidende laag; de eenvoudigste vorm is de Leidse fles;

variabele condensator, met veranderlijke capaciteit;

2. condensor.

< >