Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Afsollen

betekenis & definitie

(solde af, heeft en is afgesold),

1. door er mee te sollen afmatten; dicht, van wind en zee: afgesolde schepelingen, door de hevige slingeringen van hun vaartuig geteisterd en afgemat; ook in toepassing op de stormen des levens: afgesold op 's levens woeste vloeden ; — oneig. ook van een schip : een af gesolde kiel; (fig.) door hevige hartstochten, kwellingen enz. iem. afmatten ; — 2. (iem.) afmatten door met hem te stoeien : de jongens zijn met haar aan ’t stoeien geweest en hebben haar af gesold, dat het een aard had!zich af sollen, zich afmatten door met anderen te stoeien en elkander lieren derwaarts te trekken.

< >