Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Afschutsel

betekenis & definitie

o. (-s, [zelden -en]), wat dient om een ruimte van de belendende ruimte af te scheiden : schut of beschot, schutting, heining, gordijn of soortgelijke afsluiting; — (w. g.) iets dat dient om wind of tocht af te schutten of af te weren.

< >