(Fr.: fluidique; Du.: Fluidik; Eng.: fluidics), in algemene zin het gebruik van een technologie waarbij dynamische en statische effecten van een fluïdische stroom met een werkdruk die kleiner of gelijk is aan tienmaal de atmosferische druk, worden benut om signaal- en logische functies te kunnen bewerkstelligen; in engere zin de regel- en de schakelelementen die hun werking aan bovengenoemde effecten danken.
Hoewel de Engelse benaming fluidics oorspronkelijk ontstond door samentrekking van de woorden fluid en logic en men er onder zou kunnen verstaan de digitale fluïdische schakelelementen, kunnen fluïdica volgens de definitie zowel analoge als digitale fluïdische elementen en systemen omvatten.De gehele ontwikkeling van fluïdica steunt op stromingsfenomenen die reeds in de tweede helft van de 19de eeuw bekend waren, bijv. de diffusiestroming volgens Prandtl, of in de eerste helft van de 20ste eeuw werden ontdekt (coandaeffect, fluïdische diode van Tesla).
Fysische werking.
De fysische stromingsfenomenen, waaraan de fluïdica hun werking ontlenen zijn: het omslaan van een laminaire stroomstraal in een turbulente (turbulentiefluidics), het op elkaar botsen van twee stralen (fluidic-modulators), het wervelen van de stroming (vortex-fluidics), het kleven van een fluïdische straal aan de wand (coandafluidics), het ombuigen van een hoofdstraal door een stuurstraal (‘jetproportional’-fluidics), het verplaatsen van het vrij bewegende, mechanische onderdeel door het aanbrengen van een statisch drukverschil (zuiger-, kogel-, membraanfluidics). De eerstgenoemde vijf fluïdica rekent men tot pure fluïdica en de laatste tot semifluïdica, wegens het feit dat de grens tussen semifluïdica en micropneumatiek moeilijk is te trekken. Momenteel vormen de semifluïdica de grote meerderheid van de fluïdicamarkt; bijgevolg worden ze kortweg de fluïdica genoemd.
Dat de fluïdica een veelzijdige techniek is, blijkt uit de volgende feiten.
De volgende meetgrootheden kunnen in bepaalde fluïdische signalen omgezet worden: plaatsverandering, snelheid, versnelling, toerental, frequentie, telhoeveelheid, dichtheid van gassen en vloeistoffen, temperatuur, druk (gas, vloeistof en akoestiek), kracht en elektrische grootheden.
De fluidictechniek werkt met een van de volgende informatiedragers: lucht, stikstofgas, waterstofgas, koolstofdioxidegas, heet gas, stoom, water, vloeibare stikstof, hydraulische olie, turbineolie en kwik.
In de fluidicsystemen treft men de verschillende signaalvormen aan, welke verdeeld kunnen worden in: laagfrequente continue analoge, laagfrequente digitale, amplitudegemoduleerde, frequentiegemoduleerde, fasegemoduleerde en pulsgemoduleerde signalen.
Wat analoge en digitale systemen (evt. combinatie dezer) betreft vertoont de fluïdica een treffende gelijkenis met de electronica (regel-, schakel-, modulatie-, coderingstechniek en miniaturisatie). Het accent ligt thans in de praktijk op het gebied van digitale schakelingen, waarbij de toepassingen uit de conventionele relaispneumatiek nu met behulp van de digitale fluidictechniek en/of van micropneumatiek gerealiseerd kunnen worden.