(Fr.: vélocité circulaire; Du.: Kreisgeschwindigkeit; Eng.: circular velocity), ook circulaire snelheid, symbool: vc, in de ruimtevaart de snelheid die nodig is om een satelliet in een cirkelvormige baan om een hemellichaam te houden. Deze snelheid is afhankelijk van de afstand r tot het massamiddelpunt van het hemellichaam en de massa M van het hemellichaam:
vc = √(γM/r) = √(μ/r) = √((g₀R₀²)/(R₀ + h))
waarin de universele gravitatieconstante γ = 6,67 × 10−11 m3 kg−1 s−2, μ de gravitatieparameter van het hemellichaam voorstelt, R0 de (gemiddelde) straal van het hemellichaam, g0 de versnelling van de zwaartekracht aan het oppervlak en h de hoogte boven het oppervlak.
Wil men een satelliet (kunstmaan) een cirkelvormige baan om de Aarde (of een ander hemellichaam) laten beschrijven, dan moet de snelheid na het doven van de
laatste rakettrap loodrecht op de voerstraal zijn gericht en moet de snelheid in grootte gelijk zijn aan de lokale cirkelsnelheid.
Op 500 km hoogte boven de aarde is de cirkelsnelheid al gedaald tot 7,62 km s−1 bij een omlooptijd van 94,5 min. Op een hoogte van 35.800 km bedraagt de cirkelsnelheid 3,1 km s−1 en is de omlooptijd van de satelliet 24 uur. Wanneer een satelliet zich op deze hoogte in het equatorvlak beweegt met de rotatiezin van de aarde mee (inclinatie = 0°), dan staat zij voor een waarnemer op aarde stil boven een vast punt op de equator. Deze zgn. geostationaire baan wordt vooral voor telecommunicatiesatellieten benut. Door in deze baan drie telecommunicatiesatellieten 120° uit elkaar te plaatsen wordt een wereldomvattend communicatiesysteem verkregen.