Technische encyclopedie

Winkler Prins (1975)

Gepubliceerd op 23-12-2024

BLOK

betekenis & definitie

(Fr.: bloc; Du.: Block, Klotz; Eng.: block, log), in de oorsponkelijke betekenis een stuk van bijv. een balk; in een meer bijzondere betekenis een min of meer regelmatige, begrensde eenheid van een aantal soms gelijksoortige elementen, bijv. in begrippen als een blok huizen, blokstelsel (spoorwegen), blokschema; in de wiskunde een regelmatig meetkundig lichaam (parallellepipedum); in de werktuigbouw een ondersteuning van een as met een opening waarin de as kan draaien (in deze betekenis is de term vrijwel geheel verdrongen door het aan het Duits ontleende woord lager); in de metaalbewerking wordt met blok (Fr.: ingot; Du.: Block; Eng.: ingot) aangeduid een gegoten tussenvorm die verder wordt bewerkt, in tegenstelling tot gietstuk dat het lichaam in definitieve vorm gegoten aanduidt.

In de scheepvaart wordt onder blok (Fr.: poulie, moufle; Du.: Flasche; Eng.: block) verstaan een werktuig dienende om trekkrachten met behulp van touwwerk, staaldraad of ketting in verschillende richtingen over te brengen; tevens is een blok een samenstellend deel van takels. Een blok is van hout of staal en tegenwoordig ook wel van plastic vervaardigd en wordt naar het aantal schijven aangeduid als een-, twee-, drieschijfsblok enz. Een houten blok bestaat uit twee wangen die door middenstukken op vaste afstand worden gehouden; bij meerschijfsblokken worden de schijven door schotjes gescheiden. Houten blokken zijn gestropt (omvat door een strop van touw) in neuten (gleuven) van de wangen of van stalen beslag voorzien, met een al of niet draaiende haak (of nok). De schijven zijn van hout, metaal of kunststof vervaardigd en draaien om een nagel of bout die door de wangen en schotjes gaat.

Een kinnebaksblok is een blok waarbij één wang open is, zodat een tros in het blok kan worden gelegd zonder dat men die behoeft in te scheren. Zeilschepen hebben in het tuig een groot aantal blokken van verschillende vorm en grootte, die naar het gebruik genoemd worden: bras-, boelijn, toppeneindblokken enz. Bij koopvaardijschepen en oorlogsbodems zijn de talrijke blokken vrijwel uitsluitend van metaal. De reddingboottakels zijn vaak uitgerust met zelfremmende onderblokken, voorzien van een hefboom waarmee de takel kan worden gevierd.

< >