Technische encyclopedie

Winkler Prins (1975)

Gepubliceerd op 10-01-2025

BLOEDVAT

betekenis & definitie

(Fr.: vaisseau sanguin; Du.: Blutgefäss-, Eng.: bloodvessel), deel van het bloedvatenstelsel waardoorheen bloed door de werking van het hart wordt rondgepompt. De slagaders die het bloed uit het hart opvangen, vertakken zich in kleinere slagaders die overgaan in haarvaten. Vandaar stroomt het bloed uit in de kleine aders, de grote aders en ten slotte terug naar het hart. In de haarvaten vindt de uitwisseling van stofwisselingsprodukten tussen bloed en weefsel plaats. De wand van de bloedvaten is hoofdzakelijk samengesteld uit elastine: een tot de albuminoïden behorend elastisch eiwit; en collageen: een uit eiwit bestaande veel stuggere vezelcomponent, en glad spierweefsel waarvan de elastische eigenschappen sterk samenhangen met de mate waarin het samengetrokken is.

De elastische eigenschappen van bloedvaten hangen zeer sterk samen met de onderlinge verhoudingen van elastine, collageen en glad spierweefsel én de wijze waarop deze componenten onderling zijn verbonden, die verschilt voor de onderscheidene bloedvaten.

Vormveranderingen van de vaatwand hebben een viskeus aspect, dat in eerste benadering als een inwendige wrijving beschreven kan worden. De vaten worden stugger bij toenemende leeftijd. De wand van de haarvaten bestaat slechts uit één enkele laag endotheelcellen die op een basaalmembraan vastzitten. Door openingen tussen die cellen en in de basaalmembraan is vloeistofuitwisseling tussen bloed en weefsel mogelijk.

De stroming in bloedvaten wijkt sterk af van de poiseuillestroming: de stroming is pulsvormig en bloed is niet homogeen. Voor stroming in grote vaten is de viscositeit ca. driemaal zo groot als die van water (0,003 Pa s). Op grond van vrij grove benaderingen, is een verband af te leiden tussen vaatwandeigenschappen en de polsgolfsnelheid. Als gevolg van de wisselende samenstelling van de vaatwand is deze snelheid sterk afhankelijk van de plaats: ca. 4 m s−1 in de grote slagaders en 14 m s−1 in de kleinere slagaders in de benen; in de aders ca. 1 m s−1. De polsgolfsnelheid levert echter geen directe informatie over de elastische eigenschappen van de bloedvaten, doordat bepaalde gegevens ontbreken. In de aders heerst een zeer lage bloeddruk, waardoor in bepaalde situaties en in bepaalde delen van het lichaam het drukverschil over de wand nul of zelfs negatief wordt. Een strenge mathematische behandeling is daardoor onmogelijk. Globale beschouwingen leiden tot conclusies dat in de situatie waarbij een vat is gecollabeerd (samengevallen), de stroom bepaald wordt door het drukverschil tussen het begin van het vat en de buitenzijde. De stroming wordt dan analoog aan die van een waterval.

< >