(Fr.: soufflerie; Du.: Geblase; Eng.: blower), werktuig dat met kracht lucht verplaatst, gepaard gaande aan zeer kleine tot grote wijzigingen van de luchtdruk. De lucht is voor vele doeleinden nodig, zoals voor het leveren van de luchtzuurstof voor verbranding en oxidatie, het ventileren van ruimten en gebouwen (meestal gecombineerd met verwarming of afkoeling), het leveren van een snelle luchtstroom voor het pneumatisch transport van allerlei vaste stoffen in korrelvorm en het samenpersen van lucht als werkmedium in allerlei pneumatisch gereedschap; een machine voor het laatstgenoemde doel wordt compressor genoemd.
Ook andere gassen als mijngas kunnen met blaaswerktuigen verplaatst of gecomprimeerd worden. Het oudste blaaswerktuig met geringe drukverhoging is de blaasbalg. De blaaspijp, waardoor de handwerksman blaast, wordt toegepast in de goud- en zilversmederij en in de glasindustrie.