Synoniem van hals

hals - opening aan de bovenkant van kledingstukken, die bestemd is voor de hals. Een boothals, van een blouse, jurk of trui, is diep en breed uitgesneden. Een V-hals loopt aan de onderkant toe in een punt. Een turtleneck is rond, sluit aan en staat iets op.

Zie: boord; kraag.

Terwijl keel de nauwe opening boven het strottenhoofd is, waardoor men slikt en ademt, alsook de buitenzijde hiervan, is de hals dat gedeelte des lichaams, dat het hoofd met de romp verbindt. Het achterste gedeelte van den hals, aan het achterhoofd grenzende, heet de nek.

hals - zelfstandig naamwoord

1. lichaamsdeel waarmee het hoofd aan de romp zit
♢ om haar hals had ze een mooie ketting
1. hals over kop
[erg haastig]
2. je iets op de hals halen
[door je eigen toedoen ergens last mee krijgen]
3. iemand om de hals vallen
[omhelzen]
2. het smalle, bovenste gedeelte
♢ de hals van een fles

Algemene uitdrukkingen:
1. onnozele hals
[sufferd]
Zelfstandig naamwoord: hals
de hals
de halzen
het halsje

Synoniemen
nek