Hals
m. (halzen), 1. het versmalde, buigzame deel van het lichaam dat het hoofd (de kop) met de romp verbindt: zij heeft een lange hals; een doek om de hals slaan; de hals uitrekken, het hoofd omhoog en vooruit steken om beter te kunnen zien: het volk stond met uitgerekte halzen te kijken; tot (aan) de hals, zo dat alleen het hoofd...