Synoniemen zoeken
Synoniem van feestdag
Synoniem van 'n ander trefwoord

Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
feestdag
feestdag - dag waarop een heuglijke gebeurtenis gevierd of feestelijk herdacht wordt. Een bijzondere feestdag voor een familie, partij, vereniging en dergelijke heet een hoogtijdag. Hoogtijd, hoge feestdag of hoogdag noem je elk van de vier rooms-katholieke feestdagen (Pasen, Pinksteren, Allerheiligen, Kerstmis); een kerstdag maakt deel uit van Kerstmis. Rooms-katholieken kennen ook de Maria-dagen (zie aldaar), bepaalde feestdagen ter ere van Maria. Op 1 januari is het nieuwjaar of Nieuwjaarsdag. Epifanie of Verschijning des Heren heet de feestdag ter herdenking van de drievoudige openbaring van Christus (6 januari); op Driekoningen herdenkt men in de rooms-katholieke Kerk de aanbidding der drie koningen. Op Maria-Lichtmis, Lichtmis of Vrouwedag wordt Maria's eerste kerkgang na Christus' geboorte herdacht (2 februari). In de maand Nisan (maart-april) vieren joden Pascha. Pasen is een christelijke feestdag ter herdenking van de opstanding van Christus (tussen 22 maart en 25 april); synoniemen: paasfeest en paasdag. Ook christelijk is Hemelvaartsdag, de herdenking van de hemelvaart van Christus (veertigste dag na Pasen). Op de vijftigste dag na Pasen valt Pinksteren, de Pinkster (informeel), het pinksterfeest of de pinksterdag. Op de bijbehorende zondag is het Pinksterzondag of eerste Pinksterdag, op de volgende maandag is het Pinkstermaandag of tweede Pinksterdag. Katholieken vieren Sacramentsdag op de tweede donderdag na Pinksteren, ter herdenking van de instelling van het Sacrament des Altaars. Op de laatste zondag van oktober is het in de roomskatholieke Kerk Christus koning. Alle heiligen te zamen herdenkt men op 1 november: Allerheiligen, Allerheiligendag of Allerheiligenfeest. De dag erna is het Allerzielen, Allerzielendag of Allerzielenfeest, ter nagedachtenis aan alle overledenen. De geboorte van Christus is het onderwerp van Kerstmis of het kerstfeest (25 december); informeel de Kerst. Op 28 december vond in Bethlehem de kindermoord plaats: Onnozele-kinderen, Onnozele-kinderendag, Allerkinderendag, Allerkinderen. De verjaardag van de koningin viert men in Nederland steevast op 30 april; dan is het koninginnedag.
Zie: dag .
Zie: gedenkdag; rustdag.

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
feestdag
feestdag - zelfstandig naamwoord
uitspraak: feest-dag
1. dag waarop feest gevierd wordt
♢ de dag dat Jimmy slaagt, is een feestdag
2. jaarlijks terugkerende gedenkdag
♢ eerste en tweede paasdag zijn feestdagen
1. christelijke feestdagen
[als christenen iets gedenken]
2. een vaste feestdag
[die elk jaar op dezelfde datum valt]
3. een veranderlijke feestdag
[die elk jaar op een andere datum valt]
Zelfstandig naamwoord: feest-dag
de feestdag
de feestdagen