(de, -en),
1. nicht, d.w.z. dochter van oom of tante.
2. vrouwelijk familielid van de tweede graad of verder, van dezelfde generatie: achternicht, verre nicht.
- Etym.: Bet. 2 komt ook voor in AN, maar veel minder alg. dan in SN. Het bet. dus niet: dochter van broer of zuster. Daarvoor gebruikt men broerskind en zusterskind. Er is volledige analogie met neef.