Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

dochter

betekenis & definitie

(de, -s), (ook, en dan beschouwd als slecht N:) dokter. Zie je die man daar, achter het stuur van die auto, hij is mijn dochter (Fernandes z.j.: 32).

Etym.: In het SN komt de uitspraak k voor ch of g incidenteel voor bij vele woorden. Dochter voor ‘dokter’ is in dit licht een hypercorrectie.

< >