(de, -s), (ook, en dan beschouwd als slecht N:) dokter. Zie je die man daar, achter het stuur van die auto, hij is mijn dochter (Fernandes z.j.: 32).
Etym.: In het SN komt de uitspraak k voor ch of g incidenteel voor bij vele woorden. Dochter voor ‘dokter’ is in dit licht een hypercorrectie.