Gepubliceerd op 30-07-2020

Hij is de Benjamin

betekenis & definitie

de jongste thuis, aldus genoemd naar de jongste zoon van de aartsvader Jacob; ook: de lieveling van het gezin. Ook in het Fr. en Hd. wordt Benjamin in deze zin gebruikt. Gewestelijk wordt de verb. van wat-ben-je-me wel verbasterd tot van Benjamin (Molema); die uitdr. zelf staat misschien voor: wat ben je me groot, zoals men kan opmaken uit de Lyste van Rariteiten 122: „Acht ponden metworsten, twee Spaanse radysen met een saussyse broot (wat ben je me groot)." De uitdr. is te vergelijken met: een slag van heb ik jou daar; van klinkum, van rakum, van komsa (Fr. comme ça), van je welste, en dergelijke.

< >