Definities van Spreekwoordenboek in de Ensie W
- Waait de wind uit die hoek?
- Waar broeken zijn, betalen geen rokken
- Waar God een kerk sticht, bouwt de duivel een kapel
- Waar hersens zijn, kan geen haar groeien
- Waar het hart van vol is, loopt de mond van over
- Waar kwaad is, komt kwaad bij
- Waar niets is, verliest de keizer zijn recht
- Waar twee ruilen, moet er een huilen
- Waar zelfs de keizer te voet gaat
- Wanneer vriendschap te groot is, stroomt ze over
- Wat de een niet lust, daar eet een ander zich dik aan
- Wat een boer niet kent, dat eet hij niet
- Wat God doet is welgedaan
- Wat in het vat zit, verzuurt niet
- Wat men in dronkenschap doet, moet men nuchter bezuren
- Wat Wals is, vals is
- Wat weet een boer nu van saffraan?
- Water bij de wijn doen
- We zullen wel zien waar het schip strandt
- Weten waar Abraham de mosterd haalt
- Wie aan vrienden leent, maant zijn vijanden
- Wie appels vaart, die appels eet
- Wie boter op zijn hoofd heeft, moet niet in de zon gaan staan
- Wie de bramen vreest, moet uit het bos blijven
- Wie de duivel aan boord neemt, moet met hem verder varen
- Wie de schoen past, trekke hem aan
- Wie een dikke kont heeft, moet ook een wijde broek dragen
- Wie een omelet wil bakken, moet eieren breken
- Wie een paard uit de wei wil halen, moet hem niet eerst met de halster slaan
- Wie eenmaal aan boord is, moet meevaren
- Wie eenmaal in het schuitje zit, moet meevaren
- Wie goed doet, goed ontmoet
- Wie het eerst komt, die het eerst maalt
- Wie in een glazen huisje woont, moet niet met stenen gooien
- Wie kaatst, moet de bal verwachten
- Wie kent mijn gat in Frankrijk?
- Wie maaien wil, moet zaaien
- Wie met de dochter trouwen wil, moet met de moeder vrijen
- Wie niet horen wil, moet maar voelen
- Wie niet sterk is, moet slim zijn
- Wie ongelukkig is in het spel, heeft geluk in de liefde
- Wie te duur verkoopt, steelt
- Wie tegen de wind in spuwt, maakt zijn baard vies
- Wie twist zaait, zal tweedracht oogsten
- Wie vis vangt bij nacht, droogt zijn netten overdag
- Wie voor de galg geboren is, zal niet snel verdrinken
- Wie vrede wil, moet zich op oorlog instellen
- Wie vrijt, slijt
- Wie wat bewaart, die heeft wat
- Wie zelf niet oud wil worden, moet zich maar jong ophangen
- Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten
- Wie zijn gat brandt, moet op de blaren zitten
- Wie zijn lichaam bewaart, bewaart geen rotte appel
- Wie zijn neus schendt, schendt zijn aangezicht
- Wiens brood men eet, diens woord men spreekt
- Wijsheid vindt men in de boeken, wijs zijn moet men verder zoeken