Definities van Spreekwoordenboek in de Ensie O
- Olie op de golven werpen
- Om de baard van de keizer
- Om de vingers winden
- Om der wille van de smeer, likt de kat de kandeleer
- Om hakken hebben
- Omkeren als een blad aan een boom
- Onbekend maakt onbemind
- Onder de duim houden
- Onder de groene zoden
- Onder de hamer
- Onder de knie hebben
- Onder de leden
- Onder de neus wrijven
- Onder de pantoffel zitten
- Onder de vleugels nemen
- Onder één hoedje spelen
- Onder eenzelfde deken liggen
- Onder eigen banier strijden
- Onder handen nemen
- Onder het juk door gaan
- Onder iemands duiven schieten
- Onder in de zak vindt men de rekening
- Onder ogen zien
- Onder vriendschaps schijn schuilt het ergste venijn
- Onder zeil gaan
- Ongegund brood wordt veel gegeten
- Ongewezen vonnissen zijn te vrezen
- Onkruid vergaat niet
- Onzedelijkheid is een dochter der armoede
- Oog om oog, tand om tand
- Oostindisch doof zijn
- Op de buik schrijven
- Op de hals halen
- Op de hielen zitten
- Op de keper bezien
- Op de koffie komen
- Op de kop tikken
- Op de pijnbank leggen
- Op de pof
- Op de valreep
- Op één been kan men niet lopen
- Op een droogje zitten
- Op een haar na
- Op een kalme zee kan iedereen stuurman zijn
- Op een volle buik staat een vrolijk hoofd
- Op eieren lopen
- Op eigen benen staan
- Op handen zijn
- Op het droge zitten
- Op het spel zetten
- Op het vinkentouw zitten
- Op iemands kompas varen
- Op rozen zitten
- Op staande voet
- Op zijn achterhoofd vallen
- Op zijn achterste benen staan
- Op zijn hoogste school zijn
- Op zijn lauweren rusten
- Op zijn neus kijken
- Op zijn nummer zetten
- Op zijn pootjes terechtkomen
- Opdirken
- Opdoeken
- Opdraaien
- Open kaart spelen
- Oplappen
- Opschepen
- Optakelen
- Oude liefde roest niet
- Ouderdom is ziekte genoeg
- Over de balk gooien
- Over de brug komen
- Over de doden niets dan goeds
- Over de kling jagen
- Over de kop gaan
- Over de schreef gaan
- Over de tong gaan
- Over één kam scheren
- Over geloof moet men niet twisten
- Over het hoofd zien
- Over het paard tillen
- Over koetjes en kalfjes praten
- Overboord zetten
- Overstag gaan
- Overstuur zijn