Definities van Spreekwoordenboek in de Ensie I
- Ieder het zijne, en de Duivel niemendal
- Ieder huis heeft zijn kruis
- Ieder mens krijgt kracht naar kruis
- Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is
- Ieder volk zijn eigen wetten
- Ieder voor zich, en God voor ons allen
- Iedere ketter zijn letter
- Iedere soldaat heeft een maarschalksstaf in zijn ransel
- Iemand aftroeven
- Iemand aftuigen
- Iemand beentje lichten
- Iemand de mond zemen
- Iemand droge bokking geven
- Iemand dwarsbomen
- Iemand het achterhek injagen
- Iemand het gras voor de voeten wegmaaien
- Iemand horens opzetten
- Iemand voor aap houden
- Iemand wapens in handen geven
- Iets achterover drukken
- Iets met de mantel der liefde bedekken
- Iets op zijn lever hebben
- In andermans schoenen staan
- In de aap gelogeerd zijn
- In de arm nemen
- In de bonen zijn
- In de bres springen
- In de contramine zijn
- In de fuik zwemmen
- In de gaten hebben
- In de grond boren
- In de haak zijn
- In de hand hebben
- In de haren vliegen
- In de kaart kijken
- In de kaart spelen
- In de kerk geboren zijn
- In de olie zijn
- In de oren knopen
- In de pekel zijn
- In de schoenen schuiven
- In de schoot werpen
- In de vijzel zitten
- In de vingers snijden
- In duigen vallen
- In een mandje melken
- In goede aarde vallen
- In het bootje stappen
- In het donker zijn alle katjes grauw
- In het gareel houden
- In het geweer komen
- In het harnas jagen
- In het hol van de leeuw
- In het huis van de gehangene spreekt men niet van de strop
- In het krijt staan
- In het krijt treden
- In het land der blinden is eenoog koning»
- In het ootje nemen
- In het vaarwater komen
- In het vizier krijgen
- In het zand bijten
- In hetzelfde ziekenhuis liggen
- In troebel water vissen
- In veilige haven aankomen
- In zijn eigen sop laten gaar koken
- In zijn hemd staan
- In zijn sas zijn
- In zijn schild voeren
- In zijn schulp kruipen
- In zijn vuistje lachen
- Inbinden