Definities van Spreekwoordenboek in de Ensie H
- Haagse bluf
- Haarkloverij
- Haast u langzaam
- Haastige spoed is zelden goed
- Hals over kop
- Hand over hand
- Hardvochtige heren regeren niet lang
- Heg noch steg weten
- Hekkesluiter zijn
- Help uzelf, zo helpt u God
- Het afleggen
- Het been stijfhouden
- Het beste geloof is baar geld
- Het bloed kruipt waar het niet gaan kan
- Het bloed onder de nagels vandaan halen
- Het brood uit de mond sparen
- Het ei van Columbus
- Het ei wil wijzer zijn dan de kip
- Het eigen nest bevuilen
- Het ene gat met het andere stoppen
- Het erf voor de pacht laten liggen
- Het gebed van een dronkeman
- Het geheim van de smid
- Het geld begunstigt menig gek, terwijl wijzen kwijnen van gebrek
- Het getij laten verlopen
- Het gezicht is de spiegel van de ziel
- Het ging er Amerikaans toe
- Het haasje zijn
- Het hart niet hebben
- Het hart op de tong dragen
- Het hart uitstorten
- Het hazepad kiezen
- Het hemd is nader dan de rok
- Het hemd van het lijf vragen
- Het hoekje omgaan
- Het hof maken
- Het hoofd boven water houden
- Het hoofd in de schoot leggen
- Het hoogste recht is ook het hoogste onrecht
- Het huisje moet bij het schuurtje blijven
- Het ijs breken
- Het in Keulen horen donderen
- Het is geen kunst om boer te worden, maar om boer te blijven
- Het is je moeder niet!
- Het is kwaad stelen, als de waard een dief is
- Het is niet alles goud wat er blinkt
- Het is of de duivel ermee speelt
- Het is pompen of verzuipen
- Het kaf van het koren scheiden
- Het kind is de vader van de man
- Het kwaad straft zichzelf
- Het land hebben aan iets
- Het leeuwedeel krijgen
- Het loopt de spuigaten uit
- Het moet uit de lengte of uit de breedte komen
- Het naadje van de kous
- Het oog van de meester maakt het paard vet
- Het oog wil ook wat!
- Het op zijn heupen hebben
- Het over een andere boeg gooien
- Het overschot is voor de goddelozen
- Het paard achter de wagen spannen
- Het paard van Troje
- Het roer omgooien
- Het sop is de kool niet waard
- Het Spaans benauwd hebben
- Het spits afbijten
- Het varken is vet
- Het vel over de oren halen
- Het veld ruimen
- Het werk prijst zijn meester
- Het zijn de slechtste vruchten niet, waarvan de wespen eten
- Het zijn niet allen dieven waartegen de honden blaffen
- Het zijn niet allen jagers, die op horens blazen
- Het zijn niet allen koks, die lange messen dragen
- Het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen
- Het zwarte schaap
- Hielen likken
- Hij is vel over been
- Hij kent Frans zoals een koe Spaans
- Hij laat de fiolen voor zijn zaken zorgen
- Hoe dichter bij Rome, hoe slechter ■ christen
- Hoe groter vijand, hoe groter zegepraal
- Hoe jonger hoe botter, hoe ouder hoe zotter
- Hoe later op de avond, hoe schoner het volk
- Hoge bomen vangen veel wind
- Hoge ogen gooien
- Holland is in last!
- Hollandse zuinigheid
- Holle vaten klinken het hardst
- Honger is een slechte raadgever
- Hongerig als een wolf
- Hoog spel spelen
- Hout snijden
- Huizen zijn kruisen
- Hutje bij mutje leggen
- Huwelijken worden in de hemel gesloten