Volgens volkskundigen is er een aantal fasen te benoemen waarin een volksgebruik een folkloristisch gebruik kan worden:
1.Een aantal mensen dat zich zorgen maakt over het verdwijnen van een volksgebruik richt een vereniging tot behoud van het feest op.
2.Men stelt regels op voor het feest en de speciale benodigdheden.
3.De vorm verstart, door bijvoorbeeld optochten precies vast te leggen. ‘Zó hoort het, zo is het echt, historisch.’ Elke verandering wordt verafschuwd. Maar een levend volksgebruik verandert voortdurend.
4.Alles wordt mooier gemaakt en de rekwisieten worden uitgebreid. De vanzelfsprekendheid van gebruiken en gebruiksvoorwerpen verdwijnt, en ze worden speciaal voor de ‘show’ toegepast en gemaakt. Er komen steeds meer mensen kijken zonder echt mee te doen.
5.Het feest wordt beleefd als eigen aan onze groep. Maar tegelijkertijd wordt het een opvoering, representatief voor bijvoorbeeld een streek. De media en de plaatselijke VVV gaan het evenement aankondigen.
→ Sinterklaasfolklore Mezger, 1993; Rooijakkers, 2001.