‘Hij is een vreemde in Jeruzalem’: hij weet van niets, kent de gebruiken niet. De uitdrukking EEN VREEMDELING IN JERUZALEM moet ergens aan de weg tussen het plaatsje Emmaüs en Jeruzalem zijn ontstaan.
Waar Emmaüs gelegen heeft, is niet met zekerheid bekend — er zijn volgens de archeologen maar liefst drie ‘kandidaten’. Volgens de Bijbel lag het stadje op 60 stadiën van Jeruzalem, wat gelijk staat aan 11,5 kilometer.Het was de derde dag na de kruisiging en begrafenis van Christus. Twee discipelen waren op weg naar het genoemde plaatsje. Ze hadden die ochtend van Maria Magdalena en twee andere vrouwen gehoord dat Christus’ graf leeg was. Er waren twee engelen verschenen, die de vrouwen eraan hadden herinnerd dat Christus had aangekondigd dat Hij op de derde dag na de kruisiging zou herrijzen. De vrouwen hadden het verhaal aan alle discipelen verteld, maar die hadden het niet willen geloven en dachten dat Jezus wel degelijk dood was.
Op weg naar Emmaüs ontmoeten ze een man die hun vraagt waarom ze zo bedroefd kijken. ‘Zijt gij alleen een vreemdeling te Jeruzalem?’ is de wedervraag van een van de discipelen. Met andere woorden: bent u dan niet op de hoogte van de kruisiging en begrafenis van Christus? Later wordt het hun duidelijk dat deze man Christus zelf was.