Definities van Prisma Woordenboek Nederlands in de Ensie N
- noorderzon
- noordnoordoost
- noordnoordwest
- noordoost
- noordpool
- Noordpool
- noords
- Noordster
- noordwest
- Noorman
- noot
- nootmuskaat
- nop
- NOP
- nopen
- nopens
- nopjes
- noppenfolie
- noppes
- nor
- norbertijn
- nordic walking
- noren
- norm
- normaal
- normaalschool
- normalisatie
- normaliseren
- normaliteit
- normaliter
- normatief
- normbesef
- normcore
- normeren
- normvervaging
- norovirus
- nors
- NOS
- nostalgie
- nostalgisch
- NOT
- not amused
- not done
- nota
- nota bene
- notabelen
- notariaat
- notarieel
- notaris
- notatie
- notebook
- notelaar
- noten
- notenbalk
- notendop
- notenkraker
- notenleer
- notenschrift
- noteren
- notering
- notie
- notificatie
- notitie
- notitieboekje
- notoir
- notulen
- notuleren
- notulist
- nou
- nouveau riche
- nouveauté
- nouvelle cuisine
- nov
- nova
- NOVA
- noveen
- novelle
- novelty
- november
- novene
- Novib
- novice
- noviciaat
- noviet
- noviteit
- novum
- nozem
- NP
- NPS
- nr.
- NS
- NSB
- NSF
- NT
- NT2
- nu
- nuance
- nuanceren
- nubuck
- nuchter