Gerhardus Petrus Langeweg (‘Ger’) geb. Willemstad (N.Br.) 26 november 1891. Woonde en werkte in Amsterdam, Gent, Brugge tot 1934; sinds 1934 in Amsterdam.
Vormde zich vnl. zelf. Studeerde aan de Akademie te Gent (ie studiejaar 1928-1929) graveerkunst o.l.v. C. de Cock.
Schildert, aquarelleert, tekent (pen); geen bepaalde onderwerpen. Schilderde aanvankelijk stillevens, bloemen en landschappen, maakt sinds jaren op zéér originele wijze, in geheel eigen stijl, tekeningen die nog te weinig geschat worden naar hun hoge artistieke waarde. Lid van de Nederlandse Kring van Tekenaars, ‘St. Lucas’, ‘Arti et Amicitiae’ en van de Federatie v. B.B.K.
Rijkscollectie: vissen op schaal; stilleven; 4 aquarellen, t.w; vissers. 1947; vrouw met haar kat I; vrouw met haar kat II, 1958; vrouw met kat, 1958; tekeningen en grafisch werk.
Kroniek van Kunst en Kultuur 12,1952 (blz. 47); Mak van Waay; C. B. Timmer, 'Ger Langeweg', Amsterdam, 1946; Van Hall II.