Gepubliceerd op 21-02-2019

Boon, johannes jacob

betekenis & definitie

Boon, johannes jacob - geb. Breda 7 juni 1918. Woonde en werkte in Utrecht tot 1941, Amster­dam; sinds 1945 in Utrecht. Leerling van W. van Leusden en van de Rijksakademie te Amsterdam o.l.v. M. H. E. Campendonk.

Schildert, tekent en maakt houtgravures. Beoefenaar van monumenta­le kunsten. Glas- en marmermozaïeken en wand­schilderingen.

Werk o.m. in het Centraal Museum te Utrecht en het Ste­delijk Museum te Gouda.

Mak van Waay.

< >