Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Frèron

betekenis & definitie

Frèron - (Elie), Fr. publicist en letterk. kritikus, geb. te Quimper in 1718, overl. te Parijs in 1776. Wegens den spottenden toon, dien hij zich in zijn tijdschriftje Lettres sur quelques écrits modernes tegen Madame de Pompadour veroorloofd had, werd hij in 1746 eenigen tijd te Vincennes gevangen gehouden. In 1754 stichtte hij l'Année littéraire, waarin hij een fellen strijd voerde tegen de zg. philosophen en de handhaving van de orde op staatkundig- en maatschappelijk gebied alsook den godsdienst verdedigde.

Hij genoot de bescherming van de koningin en van de dochter van Lodewijk XV. Voltaire vervolgde hem dertig jaar lang met zijn spot, liet hem in verscheidene van zijn werken, o.a. in het bijspel l’Ecossaise en in la Pucelle, optreden en richtte menig epigram tegen zijn onvermoeiden tegenstander, o.a. het bekende: „L’autre jour, au fond d’un vallon, Un serpent mordit Jean Fréron:

Que pensez-vous qu’il arriva?

Ce fut le serpent qui creva.” De kritiek van F. is doortrokken van de klassieke ideeën, die de letterkunde van de 17de eeuw kenmerken.

< >